Medically Not Yet Explained Symptoms Top 10 priorities (Netherlands)

  1. What can be done to ensure that people with MNYES are correctly diagnosed and appropriately treated more quickly?

    Hoe kan ervoor gezorgd worden dat iemand met medisch niet voldoende verklaarde klachten sneller de juiste diagnose en passende zorg krijgt?
  2. Which factors play a role in the development of MNYES?

    Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van medisch niet voldoende verklaarde klachten?

  3. Which treatment works best for which individual with MNYES?

    Welke behandeling werkt het beste voor welk individu met medisch niet voldoende verklaarde klachten?

  4. What needs to happen to help people with MNYES understand their symptoms?

    Wat moet er gebeuren om mensen die medisch niet voldoende verklaarde klachten hebben hun eigen klachten te helpen begrijpen?
  5. Some people experience great difficulty with adjusting to their MNYES; others experience less difficulty; why does this differ and what lessons can be learned from these differences?

    Sommige mensen hebben veel moeite om met hun medisch niet voldoende verklaarde klachten om te gaan; andere mensen hebben daar minder moeite mee: wat maakt het verschil en wat kunnen we daar van leren?

  6. What support do people who are close to someone with MNYES (family, friends) need?

    Welke ondersteuning hebben naastbetrokkenen (familie, vrienden) van mensen met medisch niet voldoende verklaarde klachten nodig?
  7. What can we learn from the treatment-related experiences of MNYES-professionals and how can we use these experiences to improve treatment?

    Wat kunnen we leren van de behandelervaringen van zorgverleners van patiënten met medisch niet voldoende verklaarde klachten en hoe kunnen we die ervaringen inzetten om de behandeling te verbeteren?
  8. What is the role of trauma or other adverse childhood life-events in the development of MNYES?

    Wat is de rol van trauma’s of andere nare levensgebeurtenissen in de kindertijd bij het ontstaan van medisch niet voldoende verklaarde klachten?
  9. What can be done to reduce the negative feelings (e.g., hopelessness, frustration) that some people (patients as well as health care professionals and others involved) have with regards to MNYES?

    Wat kan er gedaan worden om de negatieve gevoelens (bijvoorbeeld: hopeloosheid en frustratie) te verminderen die mensen, zowel patiënten als zorgverleners en andere betrokkenen, hebben als gevolg van medisch niet voldoende verklaarde klachten?
  10. What are the possible interventions which could prevent MNYES?

    Wat zijn mogelijk preventieve interventies ter voorkoming van medisch niet voldoende verklaarde klachten?

The following questions were also discussed and put in order of priority at the workshop:

  1. What issues are relevant in the workplace of people with MNYES and how can these be improved (e.g. adjusting working conditions or finding suitable work)?

    Welke kwesties spelen er in de werksituatie van mensen met medisch niet voldoende verklaarde klachten en hoe kan dat verbeterd worden (bijv. aanpassen van de werkomstandigheden of het vinden van passend werk)?

  2. Why do multiple conditions with MNYES often occur together in the same person?

    Hoe komt het dat verschillende aandoeningen met medisch niet voldoende verklaarde klachten vaak tegelijkertijd bij één persoon voor komen?

  3. Which symptoms are most often reported by people with MNYES and which symptoms should future research focus on?

    Van welke symptomen hebben mensen met medisch niet voldoende verklaarde klachten het meeste last en op welke symptomen moet toekomstig wetenschappelijk onderzoek zich richten?

  4. Why does the severity of MNYES fluctuate without a clear reason?

    Waarom wisselt bij veel mensen met medisch niet voldoende verklaarde klachten de ernst van symptomen, zonder dat daar een duidelijke reden voor te vinden is?
  5. What information/education should be provided and to whom in order to help people (and their carers) with MNYES?

    Welke voorlichting moet aan wie gegeven worden ter preventie van medisch niet voldoende verklaarde klachten?
  6. Which terminology is best for MNYES?

    Welke benaming kan het beste gebruikt worden voor medisch niet voldoende verklaarde klachten?

  7. How often do people get diagnosed with MNYES?

    Hoe vaak wordt de diagnose ‘medisch niet voldoende verklaarde klachten’ gesteld?

  8. How often is the diagnosis of MNYES missed?

    Hoe vaak wordt de diagnose ‘medisch niet voldoende verklaarde klachten’ gemist?